Over deze locatie
De Rumoirtschorren en de Krabbenkreek hebben een gevarieerde vegetatie. Planten van lage schorren, zoals Engels slijkgras en zeeaster komen het meest voor. Op de hogere delen zijn onder meer zeealsem en strandkweek te vinden. Bijzonder is het voorkomen van groot en klein zeegras in de kreken.
De Krabbenkreek is een uitloper van de Oosterschelde, gelegen tussen Tholen en Sint Philipsland. In deze uitloper komt het getijdewater tot rust, zodat met het water meegevoerd zand en slib bezinkt. Daardoor hebben zich uitgestrekte slikken gevormd, die bij laag water droogvallen. Deze zijn van grote betekenis als foerageergebied voor steltlopers, zoals rosse grutto, scholekster, steenloper, en diverse soorten strandlopers. Op de slikken bevinden zich uitgestrekte zeegrasvelden die van belang zijn als voedsel voor de rotgans en voor verschillende eendensoorten. Zeegras is een in Nederland zeldzame waterplant, die alleen in zout water voorkomt. Op sommige plaatsen zijn de slikken zo hoog opgewassen dat er zich pioniersplanten hebben kunnen vestigen. Op de zandige delen zijn veldjes zeekraal te vinden; op de meer slibrijke delen groeit het Engels slijkgras. Deze planten leggen als zand- en slibbinders de basis voor het ontstaan van een schor.
Zowel de Rumoirtschorren als de Krabbenkreek zijn prima te overzien vanaf de aangrenzende dijken. Deze gebieden genieten wettelijke bescherming als Staatsnatuurmonument. In dat verband geldt een verbod om deze gebieden tijdens laagwater te betreden, dit om de voedselzoekende vogels niet te verstoren.